Vlaamse Wonderjaren

Dit speelt nu bij Vlaamse Wonderjaren:

Jan Verbraeken (1923-1983)

Jan Verbraeken (1923-1983) werd geboren op 20 maart. Begin jaren ’50 was hij de onbetwiste ‘Prins van het Vlaamse lied’, maar zijn rijk was uit toen de televisie opkwam.

De postkaart hierboven dateert uit de gouden tijd van de ‘Salamanders’, de fameuze zalen van de brouwerij Bosteels naar het concept van de Beierse bierhallen, waar Verbraeken optrad met het ‘Salamander show orkest’ onder leiding van Marcel Hellemans. Die Salamander-zalen werden tussen 1958 en 1964 opgericht in Buggenhout (waar de brouwerij Bosteels nog steeds gevestigd is), Ingelmunster, Oostmalle en Maasmechelen.

In de jaren ’40 en ’50 was Jan de ongekroonde prins van het Vlaamse lied. Van Jan Verbraeken bestaan enkel zeer onvolledige liedjesoverzichten. Wellicht wist hij zelf al lang niet meer hoeveel opnames hij had gemaakt, onder eigen naam of als zanger van het Metropolis Amusements Ensemble, al dan niet aan de zijde van coryfeeën als Yvonne Henneco, Enny Denita of Lena Sanders (de dochter van Charel Janssens).

De opkomst van de televisie eind jaren ’50 betekende het einde van zijn grote succesjaren. Het is vandaag zijn 95ste geboortedag.

Op Vlaamse Wonderjaren hoor je volgende 37 liedjes van Jan Verbraeken:

  • Aan het Noordzeestrand – 1955
  • Alleen door jou – 1952
  • Als de kerselaren bloeien – 1955
  • Anneliese – 1953
  • Blonde Marie – 1954
  • De dertigste mei – 1955
  • De schoenmaker (& Yvonne Henneco) – 1955
  • Doe doe doe – 1953
  • Eens komt de dag – 1951
  • Eeuwig – 1953
  • Frisse meisjes uit het noorden – 1955
  • Geef mij de vodka, Anuschka – 1955
  • Heb je mij vergeten te vertellen (& Lena Sanders) – 1952
  • Het eiland der dromen – 1951
  • Kerstnacht op zee – 1957
  • Krullekop – 1953
  • Laat ons, liefste, samen varen (& Yvonne Henneco) – 1957
  • Mijn heerlijk Kempenland – 1975
  • Mijn moeder was een Wenerin – 1955
  • Miranda – 1955
  • O zoete Lieve Heer – 1957
  • Oh Heideroosje (& Yvonne Henneco) – 1953
  • Op de Golvende Baren – 1952
  • Op de purpere hei – 1975
  • ’s Avonds gaan de sterren dwalen – 1951
  • Salamander wals (& Yvonne Henneco) – 1959
  • Si si – ja ja
  • Suikerbossie (& Mariëtte Anthony) – 1952
  • ’t Liedje van de straat (& Metropolis Amusements Ensemble) – 1955
  • ’t Schipperskwartier – 1951
  • Terug naar de haven (& Metropolis Amusements Ensemble) – 1950
  • Tot wederziens (& Lena Sanders) – 1952
  • Twee matrozen – 1956
  • Vivace – 1951
  • Volkspotporrie (& Yvonne Henneco) – 1955
  • Wanneer jij niet zo mooi was – 1951
  • Yvonneke mijn zonneke – 1957

Je zou ook interesse kunnen hebben in...

« Pater Pax had uit het tienerblad Jukebox een advertentie geknipt van Jean Kluger, die jong talent vroeg om een bandje in te sturen. Wij meenden dat Kluger, een grote meneer in de muziekwereld, voor ons veel te hoog gegrepen was, maar pater Pax zette door. Hij haalde er zijn oude bandopnemer bij. Een van de liedjes die we opnamen was ‘Come to me’, wat later mijn eerste single ‘Geen wonder dat ik ween’ zou worden. En jawel hoor, een week later kregen we al bericht van Kluger dat we op auditie mochten komen. Pater Pax voerde ons met zijn Wartburg naar Brussel. Kluger was enthousiast, hij had enkel twee opmerkingen: The Criminals vond hij geen goede naam en hij wilde dat ik in het Nederlands zou zingen. We reageerden ontgoocheld, want als jongeren keken we neer op Nederlandstalige muziek. Het waren de dagen van de Engelse beatmuziek. Dat is wat wij speelden en Kluger begon over schlagers. Ik dacht: wat is dat nu weer, een schlager? Maar Kluger overtuigde ons en van die eerste single in 1967 verkochten we toch zevenduizend exemplaren. »Paul Severs
Goeiedag, 24 april 2013