Vlaamse Wonderjaren

Dit speelt nu bij Vlaamse Wonderjaren:

Claire (1953-1992)

Het is vandaag de geboortedag van zangeres Claire (17 oktober 1953 – 8 november 1992). Marie-Claire Vanhonnacker, afkomstig uit Deerlijk, begon in de plaatselijke KLJ met het zingen van liedjes, zichzelf begeleidend op de klassieke Spaanse gitaar. Via zangwedstrijden mocht ze voorprogramma’s verzorgen van Miel Cools, Will Ferdy en Willem Vermandere.

Haar eerste plaatje nam ze op in 1971 met de groep Terpsichoree en een jaar later maakte ze heel even deel uit van De Vaganten. In 1973 behaalde ze een tweede plaats in ‘Ontdek de Ster’ met het liedje ‘Suzanne’ van Leonard Cohen. In 1975 kreeg ze via Peter West van Monopole de kans om een eigen plaatje op te nemen. Het werd de Vlaamse versie van de country-hit ‘Rhinestone Cowboy’, dat als ‘Vreemde Vogels‘ een klassieker zou worden.

De opvolgers, die ze meestal zelf had geschreven, haalden echter niet meer hetzelfde succes, vooral bij gebrek aan airplay van Vlaamse muziek in die dagen. Scoren deed ze dan weer wel met haar duetten met Henk Van Montfoort van populaire Vlaamse en Nederlandse klassiekers. Claire werkte tijdens haar muzikale jaren voltijds bij de post en stopte begin jaren ’80 definitief met de muziek.

Claire kwam samen met haar man en een bevriend koppel om het leven bij een zwaar verkeersongeval in Buggenhout op 8 november 1992.

Bij Vlaamse Wonderjaren hoor je volgende liedjes van Claire:

  • Aan de kaai in ’t schipperskwartier – 1978 (& Henk Van Montfoort)
  • Fantasie – 1976
  • Hand in hand – 1977
  • Herfst – 1976
  • Kom wees lief – 1976
  • Land van liefde – 1976
  • Moeder – 1976
  • Op de purperen hei – 1977 (& Henk Van Montfoort)
  • Stil geluk – 1978
  • Vreemde vogels – 1975
  • Zeven jaar – 1976
  • Zing, kinderen, zing – 1978
  • Zondag zonder zorgen – 1978

Je zou ook interesse kunnen hebben in...

« Ik ben een poos de Trini Lopez van Vlaanderen geweest: ik trad op met niet meer dan bas, gitaar en zang. Als ik ergens toekwam, zocht ik ter plekke een bassist, later ook een drummer. Die vond je dan bij de lokale orkesten. Dat was elke week weer de vingers kruisen en ik was dat al vlug beu. Staf en ik werden daar snel handig in: als we het dorp binnenreden, keken we even op de affiche van die avond: “tof, De Karina's spelen hier straks ook, die pianist van hen, Leo Caerts, zal er dus zijn., Dan gingen we Leo vragen of hij me wilde begeleiden die avond; later is hij ook in mijn groep gekomen. »Will Tura
De Standaard - 31 juli 2010