Vlaamse Wonderjaren

Dit speelt nu bij Vlaamse Wonderjaren:

Jean Walter (1922-2014)

Ik heb altijd van mooie vrouwen gehouden. Ik zag ze allemaal graag, maar zij zagen mij ook graag.’ Het was Jean Walter (Sint-Niklaas, 11 februari 1922 – Kortrijk, 5 juni 2014) ten voeten uit.

In 1961 antwoordde Louis Neefs – nooit op zijn mond gevallen – in een interview op de vraag of er geen goede Vlaamse zangers zijn: ‘Neen. Of toch, Jean Walter, die is werkelijk zeer goed. Maar hij staat gans alleen.’

Vlaamse Wonderjaren draait van Jean Walter volgende 38 liedjes:

  • Als ’t klokje roept – 1951
  • Appassionata – 1952
  • Ben jij oprecht? – 1963
  • Carnavalito – 1955
  • Dank – 1953
  • Dat kan alleen – 1975
  • Dat vraag ik aan jou – 1975
  • De hemel was nog nooit zo blauw – 1955
  • De rots van Gibraltar – 1954
  • De scharenslijper – 1975
  • De tijd staat stil – 1954
  • Flamenco – 1952
  • Gapen en slapen – 1953
  • Heel lang, heel lang – 1951
  • Hier in mijn hart – 1952
  • Hou altijd van mij – 1968
  • Ik zie je voor het eerst vandaag – 1956
  • In de straten van Rome – 1955
  • In mijn vissersdorpje – 1963
  • Langs de groene weiden – 1958
  • Lievelingslied – 1952
  • Manon – 1954
  • Meneer Callaghan – 1953
  • Met je handen – 1959
  • Moulin Rouge – 1953
  • ’n Laatste whisky soda – 1975
  • O! Die vrouwtjes – 1953
  • Op de purp’re hei – 1975
  • Piccolissima serenata – 1958
  • Schrijf me vlug (& Cornoby Group) – 1973
  • Straatdeuntje – 1957
  • Te veel tequila – 1960
  • Tulpen uit Amsterdam – 1954
  • Twee blauwe kinderogen – 1956
  • Vagabondenlied – 1953
  • Venetië – 1956
  • Wolgastrand – 1959
  • Wondermooi – 1953

Je zou ook interesse kunnen hebben in...

« Op mijn vijftiende was ik een idool met een platencontract, onze eigen versie van France Gall. Ik mocht zelfs op tournee in Duitsland. Op een dag zei de baas van Philips: “Je hebt een manager nodig.” Hij stelde Milo De Coster voor, die ik niet kende. Milo introduceerde me in de showbizzwereld, maar hij was ook heel narcistisch en dictatoriaal. Ik moest zo lopen, zo bewegen, zo praten. “Zonder mij ben je niets”, zei hij. In interviews antwoordde hij soms in mijn plaats. Als ik die gesprekken nu herlees, herken ik mijn eigen woorden vaak niet. Ik moest er ook uitzien zoals hij dat wilde. Ooit heb ik een jaar met groen haar rondgelopen, omdat hij een sponsordeal had met een haarlakbedrijf. »Liliane Saint-Pierre
Knack - 5 december 2018