Vlaamse Wonderjaren

Dit speelt nu bij Vlaamse Wonderjaren:

Ron Davis (1946-1971)

Het is vandaag de geboortedag van de betreurde Ron Davis (23 november 1946 – 22 januari 1971), geboren als Ronny Davis in het West-Vlaamse Oudenburg. Ron was een zeer getalenteerd muziekleraar van opleiding die ook heel jong met een eigen orkest (Het Ron Davis Sextet) begon en vanaf het midden van de jaren ’60 langzaam bekendheid verwierf via muziekwedstrijden.

Canzonissima 1970-1971, waaraan hij zou deelnemen met de liedjes ‘Katialinda‘ en ‘Mona Lisa‘, beloofde zijn grote kans te worden door te breken, maar amper drie weken na de start van de wedstrijd, op 21 oktober 1970, kreeg Ron een zwaar verkeersongeval. In Oostende ging zijn wagen aan het slippen, waarbij hij een zware schedelbreuk opliep. Hij leefde nog drie maand in coma, maar ontwaakte niet meer en overleed op 22 januari 1971. Op de begrafenis droeg zijn Davis Sextet de kist.

Kort voor zijn ongeluk had Ron voor Decca het liedje ‘Mijn Leven‘ opgenomen, een vertaling van ‘My Way’. Decca bracht na zijn dood als eerbetoon de elpee ‘Ron Davis’ uit. Ook het verkeer bepaalde mee haar (zwarte) deel van de Vlaamse muziekgeschiedenis, denk maar aan Louis Neefs, Claire en Danyel Dirk.

Bij Vlaamse Wonderjaren hoor je volgende liedjes van Ron Davis

  • Als Ik Oud Zal Zijn – 1970
  • Dai Dai Dai – 1969
  • De laatste dag – 1968
  • Die grote liefde – 1968
  • Fata Morgana – 1970
  • Hier Marie, Hop Marie – 1968
  • Ik zou gelukkig zijn – 1967
  • Katialinda – 1970
  • Lied van ons hart (& Connie Neefs) – 1970
  • Maat Voor Niets – 1970
  • Maria – 1970
  • Mijn Leven – 1970
  • Nu je gaat – 1969
  • Shamrock – 1971

Je zou ook interesse kunnen hebben in...

« Een gebeurtenis heeft mijn leven heel fel beïnvloed. Ik word nog emotioneel als ik eraan denk. Het was tijdens de oorlog. Een zoveelste bombardement in Ledeberg, waar ik ben opgegroeid. In die tijd was ik scrupuleus katholiek, echt heel fanatiek. Ik had bidkaartjes: Heilig Hart van Jezus, bescherm dit huis. Ik plakte die als een gek op elke deur in huis die ik tegenkwam. De bommen vielen die dag in een andere wijk, een paar honderd meter verderop. Ik ging nadien terug naar boven, naar mijn kamertje waar ik een bureau had gemaakt van een paar planken. Ik zag dat ik vergeten was om daar een bidprentje te hangen. Toen ik de deur opendeed, zag ik dat een grote steen dwars door het dak op mijn stoel was geknald. Alles in gruzelementen. Als ik daar had gezeten, was ik morsdood geweest. Als dat toeval of geluk was, moet toch iets dat gestuurd hebben. »Will Ferdy
Het Nieuwsblad - 1 december 2015